Artikel van de redactie (C, Burgsteijn, C.G. Klomp-van Heusden, A.C. van den Wollenberg, C. Gerritsen) in Echo’s 1998.1
Een stukje van de sluier van het doen en laten van onze voorouders wordt opgelicht in de stukken van de Vrijwillige rechtspraak (Rechtelijk Archief Veluwe). Als je de vaak goed leesbare stukken doorneemt, dan bekruipt je soms de neiging om te lachen.
Eén van die mooie gevallen is de zaak van Mijnheer de Rechter tegen Aert van Ingen. Aan het oostelijke gelegen gedeelte van de Dorpsstraat te Renkum woont Wijn Peters. Wijn is getrouwd met Henderskens Goosens. Voor zijn werk is Wijn niet altijd thuis, en op één van die dagen gebeurt er iets in zijn huis! Hendersken is op een goede (kwade?) dag alleen thuis en dat weet één van haar buren, Aert van Ingen.
Het is vrijdag 10 juli 1678, als Aert het huis van Wijn Peters binnendringt terwijl hij “wiste dat Wijn niet thuis was”! En dan gaat het verhaal verder. Als Aert, “Hendersken ten bedde vinde” haar daar ziet liggen , gaat hij “tegen haar wille bij haar liggen en sij, willende opspringen, hij haar daar neder geholden heeft ” totdat zij door de binnenkomst van haar man wordt ontzet!
Hoelang Aert en Hendersken in deze positie op dat bed hebben gelegen vermeldt de historie niet. Wel wordt vermeldt, dat Aert verklaart “hij haar niet met onreine handen heeft aangetast”! Je krijgt toch tranen in je ogen bij zoveel eerlijkheid en zuiverheid bij Aert en zoveel huwelijkstrouw bij Hendersken! Temeer als Aert van Ingen nog stelt, dat “Wijn Peters en de vrouw eerlijke lieden zijn en als zodanig altijd al bekend staan”.
De pleiter van Aert stelt trouwhartig, dat er drie getuigen nodig zijn, zonder enige opspraak, die “soo claer als de sonne aan de hemel” de aantijgingen tegen Aert moeten bewijzen. Deze pleiter stelt, dat Wijn en Hendersken zowel getuige als aanklager zijn en daarom niet gehoord mogen worden. Verder stelt hij, dat Wijn en Hendersken de volgende dag al tegen-verklaringen hebben afgelegd en onder eden en hoogste vervloeckinge “hun eerste verklaringen hebben ingetrokken.” Tja, wat is nou de waarheid en wat is er echt gebeurd? Zouden Aerts handen wel zo rein gebleven zijn en zou de wil van Hendersken om op te springen wel zo vast zijn geweest? Of zou Wijn zijn vrouw en de buurman gewoon overlopen hebben in een beeindigd minnespel? Het blijft natuurlijk mogelijk, dat zowel Aert als Hendersken de waarheid spreken ……. ! Het is in ieder geval een leuk verhaal om eens over te fantaseren!
Geef een reactie