Het dorp Heveadorp ontstaat op een deel van het voormalige landgoed Duno. De boerderij waar het oorspronkelijke tolhuis was, wordt genoemd naar het Gat ter Aa. Deze wordt in 1907 gesloopt, om vervangen te worden door de modelboerderij Het Huis ter Aa van de heer Scheffer. De modelboerderij is geen succes en rond 1915 vestigt de rubberfabriek Hevea zich hier. De tuindorpachtige nederzetting Heveadorp wordt gebouwd ten behoeve van de werknemers van de fabriek. De voormalige modelboerderij Het Huis ter Aa wordt opnieuw ingericht en er komen woningen, geschikt voor het hoger en lager personeel. Tijdens de Tweede Wereldoorlog wordt de fabriek Duits: geen fietsbanden maar gasmaskers. Met de april-meistaking in 1943 gaat ook de Heveafabriek ‘plat’. Zeven medewerkers worden doodgeschoten: Pouwel Dijkstra, Jan Kleefsman, Cornelis Willem Knipscheer, Jacques Mathieu Joseph Quaedvlieg, Henry Charles Munter, Gerrit Peters en Willem George Frederik Weimar. Geëxecuteerd op de Waterberg bij Arnhem. Fabriek en dorp komen zwaargehavend uit de slag om Arnhem (1944) te voorschijn, maar dankzij een voorspoedige wederopbouw werken er in 1951 alweer 1150 mensen. In 1962 begint de Heveafabriek de eerste scheurtjes te vertonen na de fusie met het Vredesteinconcern. Verschillende producties worden door de nieuwe eigenaar naar andere vestigingen overgebracht. Wat overblijft in Heveadorp is weinig winstgevend.
Na de verwoestende brand in 1967 kan het bedrijf zich nog maar nauwelijks staande houden. Helemaal fout gaat het na de overname van Vredestein door de Amerikaanse multinational B. F. Goodrich, die rond 1971 met concurrent Goodyear het gevecht om de markt aangaat. In september 1973 doen de eerste geruchten over de sluiting van de fabriek in Heveadorp de ronde. In 1971 telt Heveadorp dan nog maar 445 bewoners en in 1977 zelfs nog maar 394.
Geef een reactie