Door C.G. Klomp-v. Heusden in Echo’s 1999.3
Quadenoord 1906
Het echtpaar Jan Elis Klomp en Anna Maria Hoegen woonde met 11 kinderen op de Quadenoord te Renkum. Een hoogtepunt voor het gezin was altijd de tijd dat er geslacht moest worden. Dan kwam de “vilder” uit Renkum op bezoek en deed zijn werk. Was het varken geslacht en verwerkt, kwamen al de buren uit de omgeving op visite, om “vet te prijzen”. En onder het genot van enkele borrels werd het geslachte “varken” geprezen, Eigenlijk was er te weinig geld om jenever te kopen maar een oud gebruik moest in ere worden gehouden. Een gebruik, dat ook heel belangrijk was voor de onderlinge contacten. Een van die buren was de familie Beekhuizen. Die woonden op de boerderij bij de watermolen. Jan Beekhuizen was naast landbouwer ook mulder en schapenhouder. Daarnaast was er ook nog een slepersbedrijf. Derk, de zoon van Jan Elis Klomp was knecht bij Jan Beekhuizen. Derk was een kei in het mollenvangen. In tegenstelling tot nu, ving hij de mollen levend. Ze werden bewaard in een ton met zand en gevoerd met regenwormen. Dan was het wachten op een opkoper. Een mol leverde 60 cent op, en werd er eens een bunzing gevangen betaalde de opkoper voor dat vel een bedrag van ƒ2,50.
In 1912 verhuisde de familie Klomp naar een klein onderkomen in de tuin van villa Laura aan de Bennekomseweg te Renkum. Deze villa is daar nog steeds aanwezig. Door de kleine behuizing, vader, moeder en 11 kinderen, werden zij in 1914 gedwongen weer te gaan verhuizen en wel naar de Jonkershoeve te Wolfheze. Maar uiteindelijk kon het gezin in 1915 na veel omzwervingen gaan wonen in een eigen huis aan de Bennekomseweg 92 te Renkum. Door de Renkumers werd deze plaats in die jaren het “Plaggenveld” genoemd. Dit Plaggenveld was het restant van een drassig gebied, aan het begin van het stroomdal van de Fluitersmaat.
Ook nu nog kunt u in de tuin van villa Laura een laag gedeelte waarnemen, waar in vroeger jaren het water nog lang bleef staan. In de grote moestuin welke tot het huis behoorde, werden alle soorten groenten en ook aardappelen verbouwd. Maar eerst had Derk met een geleend paard en ploeg van de vroegere buurman op de Quadenoord, Jan Beekhuizen, de tuin omgeploegd. De eerste pluk van de sperziebonen ging met het nodige zout in de Keulse potten. Zo verging het ook met de witte kool, wat dan zuurkool moest worden. De zoete appels werden geschild en gedroogd, maar ook gebruikt voor het koken van “hete bliksem”. Door de grote opbrengst werd er wel wekenlang sperziebonen gegeten. In de winter werden ze afgekookt om het zout weer te verwijderen en zonder twijfel ook de vitaminen. Later werd door de kinderen het huis spottend het “krupershuus” genoemd, de sperzieboon was in het dialect een kruper. De kippen zorgden voor eieren en de geiten voor melk.
Foto : V.l.n.r. Hendrika Kieft, Jan Elis Klomp, Anna Maria Hoegen, Jenneke Klomp, Dirkje Klomp, Anna Maria Klomp, 2 onbekende kinderen voor hun huis aan de Bennekomseweg 92. Bron : Collectie Cor Klomp.
En ook hier kwam in november de slager aan huis om het vetgemeste varken uit te benen. De zijden spek, hammen en metworsten werden gerookt en in de huiskamer (waarin zich ook twee bedsteden bevonden) te drogen gehangen. Opoe maakte de balkenbrij en hoofdkaas. Van de bessen en aardbeien uit de tuin werd jam gemaakt. Traditie getrouw op tweede Paasdag kwamen de kinderen en kleinkinderen naar de Bennekomseweg. Opoe had dan een grote pan met rijst en kaneelsaus klaarstaan en iedereen kon net zoveel hard gekookte eieren eten als men wilde. Al met al, het grote gezin van de familie Klomp heeft geen voedseltekort gekend. Toen kwam dan de luchtlanding op 17 september 1944 op de Renkumse heide. Na een aantal spannende dagen, terwijl ook het oorlogsgeweld vanuit de Betuwe steeds dichterbij kwam, moest de familie op 1 oktober 1944 gaan evacueren. Met een geleend paard en wagen van boer Jan Peelen, met Henk Klomp als voerman, vertrok men met onbekende bestemming, richting Ede,. In Woudenberg werd de familie opgevangen en ondergebracht bij verschillende boerenfamilies. In juli 1945 keerde de familie terug naar Renkum, maar zonder opa en opoe Klomp. Jan Elis Klomp overleed op 28 november 1944, oud 78 jaren en Anna Maria Hoegen 13 dagen later op 11 december 1944, oud 81 jaren. Beiden werden begraven op het kerkhof “Lambalgen” te Woudenberg en herbegraven te Renkum, op de begraafplaats “Onder de Bomen” te Renkum op 12 juli 1945.
Geef een reactie