Renkum Jufferswaard restanten steenfab riek bij de schoorsteen. Foto 2013
,

Vrijgezellenfeestje op de Pilo

door: Emile Smaling

Het Historisch Genootschap Redichem organiseert op 9 en 10 september 2017 Open Monumentendagen bij de steenovenruïne van de Jufferswaard. Dat is niet offi­cieel een monument, maar de herinneringen van Renkumers zijn wel monu­mentaal. Niet alleen vanwege de grote aantallen families wier voorouders daar op de steenoven gewerkt hebben onder barre arbeidsomstandigheden of vanwege de belangrijke rol die deze steenoven heeft gespeeld tijdens de Airbornedagen van september 1944. In de tientallen jaren daarna hebben daar ook vele en veelzijdige gebeurtenissen plaatsgevonden op kleine of grote schaal. Veel stoere jongensverhalen zijn hier gesmeed, vriendschappen beklonken, schoolfeesten gehouden. Er zijn spanningen geweest met Rijkswaterstaat, de brandweer en de politie. Deze steenoven staat het meest bekend met z’n koosnaam “de Pilo”. Emile Smaling hield er nog in 2008 zijn vrijgezellenparty. Waarom?

Wij hadden al lang samen­ge­woond voordat we een trouw­den en toen we dat eenmaal zouden gaan doen in 2008 kwam ook die vraag van het vrijgezel­len evenement: “Wil je dat ook?” Toen zei ik: ”Nou ja, dat lijkt me hartstikke leuk, maar niet met een raar pakkie de stad in en geen banaan en geen gekke dingen. Ik wil nog leuke dingen doen met mensen die ik leuk vind. Als dat alleen maar kerels zijn is dat hartstikke goed. Maar ik wil niet voor lul lopen, ik wil geen gekke dingen, ik wil iets gezelligs.” Nou ja wat vind je leuk wat vind je gezellig? “Dan gaan we gewoon bij elkaar zitten, sterke verhalen vertellen en bier drinken en een vuurtje stoken, dat vind ik gezellig.”

Mijn zus die was zeg maar ceremoniemeester en die heeft wat rondgebeld en die heeft een clubje van … ik denk dat we met z’n achten waren, bij elkaar getrommeld. Mijn vriend Paul woont in Oosterbeek in de Rosandepolder op een woonboot, en die had een plannetje van ‘iets met varen’. Ja, nou ze hadden met elkaar bedacht dat er iets met varen in moest zitten. Water vind ik leuk en bij Oosterbeek Rosandepolder zit je zo op het water. Dus dat was de start. En thuis in Zevenaar -ik wist dat er iets ging gebeuren, maar ik wist niet precies wie en wat- stond m’n zwager Rob met een bak met stookhout en een vriend met een krat bier en er kwam nog een buurman met een krat bier aan en ik dacht OK, dat zijn wel de ingrediënten die ik nodig heb om een gezellige avond te hebben. Ik wist niet waar ik terecht ging komen, maar ik had er wel vertrouwen in. Bij Paul was de verzamelplek.

Renkum, Nederrijn bij de stuwen van Driel. Emile Smaling met vrienden met een kajuitzeilboot. Foto Voorjaar 2008. Collectie Emile Smaling

Wij stapten daar op een kajuitzeilbootje. Die had hij geleend denk ik. Maar het was koud en het was nattig en niet echt zeilweer. Dus op de motor zijn we gaan varen en we gingen niet zo ver. Ook met mijn vriend Roel en mijn buurman Hans begonnen we op de boot al biertjes te drinken. Ik ben niet zo’n grote drinker, maar als de situatie mij uitdaagt dan wil ik best meedoen.

Het was heel erg hoog water en daarom kwamen we met de mast in de knoei bij de spoorbrug bij Oosterbeek. Die hebben we ook met de mast geraakt! Zo hoog was het water dat je met een gewoon kajuitzeilertje de spoorbrug raakte, alleen maar met een vaantje of vlaggetje daar bovenop, maar het hield niet over. Het was heel spannend. We gingen op de motor, gewoon pruttelend heel voorzichtig. We hebben allemaal naar een kant gehangen, want hoe schuiner hij er onderdoor ging hoe meer kans er was dat we het gingen halen.

Dus het begon al gewoon goed eigenlijk. Het was zo’n beetje op etenstijd, eind van de middag. Toen zijn we naar de jachthaven van Wageningen gevaren. Daar was m’n vriend Herman met een bus om spullen aan te leveren. Daar stond nog een vriend, m’n beste maatje zeg maar, Pim.

In mijn  beleving, in mijn herinnering zijn we toen vanaf Wageningen naar de Rijnhaven van Parenco gevaren en daar wilden we aanleggen. We wilden nl. drinken en vuur maken bij de Pilo. Dat hadden we bedacht.

Renkum, Jufferswaard stookt een vuurtje in de schoorsteen van de Pilo, Emile Smaling met vrienden. Foto Voorjaar 2008. Collectie Emile Smaling.

 Ik herinner me geen details, maar ik herinner me alleen maar dat ik het ontzettend naar m’n zin heb gehad. En ik was een soort centraal middel­punt en pispaal van de avond en dat was hart­stik­ke leuk. Zowel positief als ne­ga­tief kreeg ik alle aandacht en dat was echt heel erg leuk. In ieder geval daar hebben we uren gezeten, sterke verhalen, grote bekken, biertje.

Toen we probeerden aan te leggen in de Rijnhaven van Parenco was daar een jongen die ik van de kleuterschool herkende en die ging ons daar nogal grotebekkig wegsturen. Terwijl ik dacht ik ken jou van heel lang geleden. Van de kleuterschool. We moesten daar weg… nee geen gemaar, anders bel ik meteen naar de politie… echt hoog ingezet.

Wat we bij de Pilo voor herin­neringen opgehaald hebben? Het was mijn idee … mijn broer was er ook bij. Mijn broer was kind toen de Rijksweg er nog niet lag, dus die hobbelde vanuit het dorp gewoon naar de Rijn toe. Die hebben dat nog veel dichterbij gehad dan ik. In ’68 of ‘69 is die Rijksweg gekomen. Door die Rijksweg is er echt een afsluiting gekomen tussen het dorp Renkum en …het veer… ik kan me de veerpont nog wel herinneren…en ook de Pilo. Heel veel mensen waren daar wel blij mee want de Pilo was ook wel een gevaarlijk ding. Mijn broer kwam ‘n keer thuis met een ijzeren bal, die had hij gerold naar huis en dat bleek gewoon een granaat te zijn! Dat zal begin zeventiger jaren zijn geweest, denk ik. Die had hij daar bij de steenovenruïne gevonden of daar bij de loswal, daar ergens.

Wat we met die bal gedaan hebben? Ze waren met 2 jongens, ieder aan één kant van de weg en ze gooiden die ijzeren bal naar elkaar over. Ze zijn zo over­gooi­end naar huis gegaan en mijn moeder heeft, denk ik de politie gebeld, in ieder geval iemand gebeld, en ja die zullen ‘m wel opgehaald hebben. Het is in ieder geval vertrokken en weg.

Ik was altijd heel gek van de Pilo en dat ben ik nog steeds omdat het dood is, dat het niet leeft, omdat daar al 70 jaar nauwelijks iets of niks gebeurd is, het ademt oudheid uit de huisjes daar om­heen, de gebouwen daaromheen die prikkelen nog steeds mijn fantasie dat ik denk dat zal een café zijn geweest, dat zal een wachthuisje zijn geweest. Het is een soort van magische plek en ik kom daar graag en ik ga nog steeds 2 of 3 keer per jaar met mijn kinderen wandelen en, ondanks dat ik weet dat het gevaarlijk is en dat je er niet zou moeten komen, trap ik het prikkeldraad naar beneden en zeg tegen de jongens: ”Wel goed uitkijken, hè, goed kijken waar je je voeten neerzet” En ik weet, ik weet niet wat de risico’s zijn. Eigenlijk moet je je kinderen niet blootstellen aan risico’s die je niet kent. Maar ik vind het een soort van magische plek en dat vinden mijn kinderen ook. We hebben door hun hele leven heen foto’s dat ze hun kop door een gat steken en dat hun kop gewoon uit de grond komt. Dat vind ik leuk. Maar goed er zijn veel verhalen uit het verleden dat als je in Renkum woonde, dan werkte je ofwel als arbeider bij Van Gelder ofwel je werkte op de steenfabriek en op de steen­fabriek had je het nog beroerder want het was zwaarder werk en je had een vreselijk strenge baas die iedereen dwong om de pet af te nemen als ie je tegen kwam.

Hoe ik daar gespeeld heb? Zeg maar dan vanaf ’n jaar of tien. Als mijn moeder ons vertrouwde dat we de Rijksweg over konden steken dan mocht ik daar wel heen om te gaan vissen en te gaan spelen, met altijd waarschuwingen voor granaten en kogels. Het was met name kijken en rondhangen, je kop door gaten steken en ook stenen stapelen en muurtjes maken, soort van huisjes van stenen. Volgens mij vertrok ik altijd zonder het plan om vuur te maken, dus dat moet dan steeds ter plekke zijn ontstaan. Op die leeftijd denk ik dat ik altijd wel lucifers bij me had.

Ik ben een van de relekwieën die in Renkum de MAVO heeft ge­daan. We hadden een Chris­telijke MAVO op de Lindelaan en daar heb ik op school gezeten.

En nou vraag ik me af: “Was er dan geen aandacht voor dat gebied, toen?”

Voor de lol leuke dingen deden we wel, maar we hadden geen historisch besef. De Pilo was een soort van gezwel aan het dorp dat er gewoon bij hoorde maar die niet interessant was.

Ik ben er wel eens bij geweest dat we ’s avonds met een club jongens, van die niet al te intelligente jongens die bij elkaar kropen, zo’n hanggroep zeg maar met bromfietsen en shag roken en stoer doen. Maar omdat ze ouder waren vond ik het wel interessant, allemaal bromfietsen en shag roken en ik vond het wel stoer om daar bij te zijn dus daar was ik wel bij. En dan klommen die jongens ’s avonds, het was dan het begin van de avond denk ik. De waren daar shag aan het roken en biertjes aan het drinken en grote bekken: “Ik wed dat jij niet in die schoorsteen durft te klimmen… “ Nou dan zorgde ik dat ik uit de buurt was zeg maar en dan een of andere simpele ziel die ging dan weer, die klom dan weer en dan kwamen die brok­ken staal, dat staal van die beu­gels waarmee naar boven klom. Je kon niet zo met open ogen naar boven staan kijken want je kreeg van allerlei roest en rotzooi in je gezicht als er iemand klom.

Volgens mij ben ik nooit IN de schoorsteen geweest. Maar het stomme was, ik heb dat meerdere keren meegemaakt dat we daar met die stoere jon­gens­club stonden en dan gingen we vuur maken in die schoorsteen en dan was het gewoon dat binnen een half uur Rijks­water­staat ’n keertje met een helicopter rond kwam cirkelen en dan even later was het gebeurd, dan gingen we op de vlucht. Dus dat vond ik ook wel weer spannend.

Zoals het bovenstaande verhaal zijn er vele. Veel Renkumers herinneren zich bijzondere belevenissen  van deze plek. Hebt u ook een bijzonder verhaal? Laat het ons weten.

Travelers’ Map is loading…
If you see this after your page is loaded completely, leafletJS files are missing.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *